‘Magic Core’-hybridepower uit eigen huis

Rijtest BAIC BJ30e Hybrid AWD (206 kW/280 pk)

Een nieuw genre van Chinese ‘softroaders’ verschijnt in het straatbeeld. Compacte en middelgrote, blokvormige SUV’s, die met hun offroadbezield ‘buitenimago’ herinneringen oproepen aan Land Rovers, Jeeps of Mercedes G’s. De BJ30e is daar een voorbeeld van. Het is een model waarmee Beijing Automotive Industry Corporation een middelgrote, vierwielaangedreven, 5-zits SUV op de markt brengt, die stilistisch meer terreinwagen dan wel een gangbare crossover blijkt te zijn. Het in deze B(ei)J(ing)30e gebruikte drijfwerk trekt de aandacht met in eigen BAIC-huis ontwikkelde, zelfopladende ‘Magic Core’-hybridetechnologie.

BAIC Motor heeft in zijn intussen bijna 70-jarige bestaan meerdere modellen gebouwd, waarvan het externe imago meteen aan iconische terreinwagens doet terugdenken. Er is weinig verbeeldingskracht nodig om met het tekenwerk van de BJ30e herinnerd te worden aan een Land Rover Defender, een Mercedes G-Klasse of een Jeep.

Alle auto’s lijken weliswaar een beetje op elkaar, sommige zelfs een beetje veel. Deze BAIC heeft in vooraanzicht dat ‘beetje veel’ ongetwijfeld van een Jeep Renegade. Achteraan lijkt hij dan weer een familieband te hebben met de Mini Countryman. Niemand zal geloven dat de BJ30e-designers nooit een Suzuki Jimny hebben gezien. Het zijn visuele overeenkomsten die de BJ30e een identificeerbaar karakter bezorgen, waarvan de totstandbrenging niet geheel origineel kan genoemd worden.

Overtuigend plaatsaanbod

Een rechtuit-rechtaan-styling of ‘doosachtige’ carrosserievormgeving biedt altijd meerwaarde bij het ijveren naar een zo ruim mogelijke cabine. In het geval van de BJ30e is dat niet anders. Met de achterbank neergeklapt heeft deze BJ30e een cargovolume van net geen 1.500 liter. Ook de passagiersverblijfplaats overtuigt met een voldoende plaatsaanbod. Dit zowel op de voorstoelen als op de achterbank.

Het interieur is niet enkel ruim, het oogt ook eigentijds. Er werd niet beknibbeld op het gebruik van degelijke afwerkingsmaterialen. Zelfs soepel leder op de stoelen is hem niet vreemd. Het oogt allemaal modern en netjes en de technologische voorzieningen zijn van een niveau zoals zich dat doorgaans in duurdere modellen laat ontdekken.

De boordplank wordt gedomineerd door twee hogeresolutiebeeldschermen: een 10,25-inch digitaal instrumentenpaneel en het centraal gepositioneerde 14,6-inch infotainmentaanraakscherm. Apple CarPlay en Android Auto zijn uiteraard compatibel en in ons testvoertuig troffen we – als welgekomen aanvulling op het uitgebreide ADAS-rijhulpaanbod – een 360°-camera. Altijd welkom bij het manoeuvreren in kleine ruimtes.

Parallel, serieel en zelfladend

De vierwielaangedreven BJ30e wordt de meest gangbare versie in onze contreien. Op sommige markten is een 2WD-voorwielaangedreven variant beschikbaar waarbij de verbrandingsmotor geruggensteund wordt door één e‑motor. De vierwielaangedreven (4x4-)hybrideversie – zoals in deze test – krijgt een e‑motor op de vooras en een e‑motor op de achteras. Beide e‑motoren drijven de voor- en achterwielen afzonderlijk aan. De voorste e‑motor drijft dus samen met de 1,5-literturbobenzinemotor enkel de voorwielen aan. De achterste e‑motor drijft – mechanisch onafhankelijk van de hybrideopstelling vooraan – de achterwielen aan.

Het is dus een hybrideopstelling met drie krachtbronnen waarbij de elektrisch geruggensteunde verbrandingsmotor – naast aandrijver – ook vaak fungeert als stroomgenerator of range extender. Uit de technische fiche leren we dat de e‑motor op de vooras 130 kW/176 pk sterk is en 130 Nm aan trekkracht kan ontwikkelen. De e‑motor achteraan ontwikkelt 25 kW/34 pk en 50 Nm aan werkijver. Samen met de inbreng van 113 kW/154 pk en 230 Nm van de ICE beschikt de BJ30e over een systeemvermogen van 206 kW/280 pk en een systeemkoppel van 315 Nm.

Deze opstelling leert ook dat het een parallel/seriële hybride betreft. Parallel omdat de aandrijving tezelfdertijd elektrisch en met verbrandingsmotor kan gebeuren. Serieel omdat de aandrijving puur elektrisch kan zijn, terwijl de ICE rust of gebruikt wordt als generator. In het laatste geval wordt de zo opgewekte stroom gebruikt om de e‑motoren te voeden of – samen met de regeneratieve stroomopwekking – de laadcapaciteit van de 1,67 kWh grote energieopslag op peil te houden.

‘Magic Core’ (BAIC) versus DM-i (BYD)

Of we hier andermaal te maken hebben met hybridetechnologie van BYD? Zoals intussen – naast door BYD in onder meer zijn Seal-modellen – ook gemonteerd in de KGM Torres HEV (en nu ook in de KGM Actyon HEV)? Of zoals gebruikt door de Chery-dochterondernemingen in hun recent geïntroduceerde Omoda 9 SHS en Jaecoo 7 SHS? De serieel-hybrideopstelling en een naar cilinderinhoud vergelijkbare verbrandingsmotor doen de techneut onvermijdelijk in die richting denken. Verkeerd!

BAIC wil immers met eigen technologie concurreren met toonaangevende hybridespecialisten zoals – het in deze discipline nog altijd ervaren – Toyota en het Chinese BYD. Het ‘Magic Core’-verhaal is door BAIC zelf geschreven. Er wordt enkel gesproken over mogelijke samenwerking met Duitse partners, waaronder Meta. Voor deze hybridetechnologie heeft BAIC er dus niet voor gekozen om samen te werken met de Chinese fabrikant BYD.

BAIC doet onder meer beroep op een Dedicated Hybrid Transmission (DHT), een meertrapstransmissie waarmee een parallel/seriële hybridetoepassing met gunstige balans tussen efficiëntie en prestaties wordt beoogd. BYD maakt in zijn DM-i-hybrideconfiguratie, die zowel parallelle als seriële aandrijving mogelijk maakt, gebruik van een E-CVT (power split) automatische transmissie met één versnelling. Waar BAIC ijvert voor hoog vermogen over het gehele bereik, streeft BYD naar een soepelere en lineaire vermogensafgifte en een gunstig brandstofverbruik in druk stadsverkeer. BAIC mikt dus op kracht en is daarmee (een beetje toch) meer offroad georiënteerd. BYD focust meer op gelijkmatige vermogensafgifte en de intentie – dankzij een veel straffere energieopslag – om vaker uitsluitend elektrisch te rijden.

Adequate werklust

Rijders die de voorkeur geven aan instant koppel en voldoende vermogen zullen de BJ30e meteen als een voldoende krachtige SUV ervaren. Een robuust aanvoelende SUV die nooit vies is van offroadactiviteit.

De BJ30e voldeed te allen tijde aan onze verwachtingen wat betreft inzet en prestaties. Tijdens een klim of bij het inhalen zouden wij een hoger vermogen op prijs stellen, maar de elektrisch ondersteunde 1,5-turbobenzinemotor levert onder normale rijomstandigheden – of tijdens een rustige offroadrit – doorgaans voldoende prestaties en toont zich adequaat werklustig.

Hoewel het eerder bescheiden vermogen van de achterste e‑motor dat niet meteen doet vermoeden, kenmerkt de BJ30e zich door een goede krachtverdeling tussen beide assen. De hybride architectuur met e‑motoren op voor- en achteras garandeert dus – naast de directe beschikbaarheid van het motorkoppel – dat op een glad of oneffen wegdek (en bij doorslippende voorwielen) de achterwielen een deel van de aandrijftaak op zich zullen nemen. Wat tractie en stabiliteit ten goede komt.

Niet iedereen zal zich tevreden achten met de Dedicated Hybrid Transmission (DHT)-meertrapstransmissie zoals BAIC ze hier toepast. De onmiddellijke beschikbaarheid van het motorkoppel en de niet onaardige acceleraties zijn ongetwijfeld pluspunten. Soepel en lineair vermogen zoals bij een CVT zijn dergelijke transmissies vreemd. Zo ook in de BJ30e, waar de afstelling van de transmissiesoftware (in ons testmodel) niet altijd optimaal bleek.

Degelijke ondersteltechniek

Tot op hogere snelheid ervaar je in dit interieur een voor dit segment bewonderenswaardig geluidsniveau. Rol- en rijwindgeluiden worden voortreffelijk gedempt, wat in essentie bewijst dat ook de kwaliteitsbouw van deze SUV van een goede NVH-kwaliteit getuigt.

Deze auto heeft onafhankelijke wielophanging rondom, met gunstige impact op comfort en wegligging. Het is dus een ophanging waaraan weinig valt af te keuren, met bedreven veereigenschappen, zeker wat het wegfilteren van kleine rijbaanimperfecties betreft.

De BJ30e rijdt op een onderstel met gunstige veer- en dempingkarakteristieken. Dit zeker voor een marktsegment waarin marketeers zelden het woord ‘luchtvering’ kunnen gebruiken. Wegligging en stuureigenschappen suggereren bijgevolg niets anders dan degelijke ondersteltechniek. Comfortabel in het dagelijkse verkeer, schuwt de BJ30e niet om de harde weg te verlaten. Immers, vierwielaandrijving en een bodemvrijheid van 215 mm staan een gemotoriseerde wandeling door bos en heide nooit in de weg.

Om lichte offroadpraktijk te vereenvoudigen, prijkt op de middenconsole een grote ronde draaiknop: de bediening van het ‘All-terrain Control System’. Met de mogelijkheid om – afhankelijk van het te bewandelen terrein – de verschillende rijmodi te selecteren, gaande van zand en modder tot sneeuw. Of ook, om te kiezen uit de rijmodi economie, comfort of sport.

Conclusie

Technologisch kon de BJ30e ons zeker boeien. Dit niet in het minst met die eigen ontwikkelde, op een 1,5-literturbomotor en twee e‑motoren gebaseerde, zelfopladende hybrideopstelling, waarmee BAIC deze middelgrote vierwielaangedreven SUV meer dan redelijk doet presteren en tezelfdertijd het fossiele brandstofverbruik binnen de perken houdt.

De Dedicated Hybrid Transmission (DHT)-meertrapstransmissie tekent voor onmiddellijke beschikbaarheid van het motorkoppel. Om het schokvrije schakelgedrag van een CVT te benaderen, vraagt de BJ30e-transmissie wel om minimaal bijgestelde software.

En, over software gesproken: de bediening van het grote centrale aanraakscherm zou eenvoudiger kunnen. Al is het niet alleen BAIC dat op dit vlak met de BJ30e dergelijke kritiek op de nek haalt. Ook in deze SUV wordt duidelijk dat Chinezen er blijkbaar alles aan doen om de gebruiksvriendelijkheid van hun interfaces tegen ‘simplesse’ te beschermen.

Maar, ondanks die kleine ongemakken met het infotainment en het feit dat de transmissie om fijner getunede software vraagt, brengt BAIC hier toch een interessante hybride-SUV op de markt. Met een prijs waarvoor in dit wagensegment nauwelijks vergelijkbare concurrenten te vinden zijn.